“Docenten die mijn kind begrijpen. Wat een verademing!”

Blogpost Tatiana, moeder van een zoon van 6, groep 4 - februari 2021

Leert je kind binnen de marges van het regulier onderwijs, dan is dat een zegen. Maar valt je kind erbuiten, dan heb je een probleem. Tatiana verwoordt hiermee wat vele ouders met haar ervaren: reguliere scholen kunnen niet meer bieden dan versnelling. Maar daarmee komt je kind niet tot zijn recht.  

Als de zoon van Tatiana start op een reguliere basisschool weet zij dat hij een ontwikkelingsvoorsprong heeft. Tatiana: “Op het kinderdagverblijf gaven ze al aan dat hij voorliep. Ik had geen referentiekader en vond het eigenlijk normaal dat hij slim en scherp was. Ik hoefde niets met hem te oefenen: hij wist toch alles al. Kleuren, vormen, automerken, noem maar op. Bij een test bleek hij inderdaad een voorsprong te hebben. Met die kennis zijn we naar de reguliere basisschool gegaan. 

Daar beloofden ze een kleine klas en van alles aan uitdagingen. Maar wat er op papier fantastisch uitzag, stelde in de praktijk niets voor. Ook niet zo gek, want de zogenaamde kleine klas bestond uit maar liefs 39 leerlingen, hoe wil je dat als juf doen? 

Een IQ test als bewijs
Ik vroeg om meer passend onderwijs, maar zowel de Intern Begeleider als de directie zagen er de noodzaak niet van in. Uit zorg én om te voorkomen dat ik ‘die moeder’ was die haar kind zo nodig naar voren moest schuiven, hebben we bij onze zoon een IQ-test af laten nemen. Daar kwam uitzonderlijke hoogbegaafdheid uit. School wilde er niet aan. We hebben zelfs Praktijk Barend Spijkers ingeschakeld om school te overtuigen. Na onze inspanningen kwam de school in actie en stroomde hij na de herfstvakantie versneld door naar groep 2.”
 

Een kind van vijf 
hoort zorgeloos te zijn


Maar er verandert niets. Tatiana: “Een kind van vijf jaar hoort zorgeloos door het leven te gaan, maar ons kind was ongelukkig. Neerslachtig. Dan breekt je hart. Ik heb vele discussies met school gevoerd. Zelfs geopperd dan maar op eigen kosten hulp in te roepen op school, maar dat mocht niet. Dat zou niet eerlijk zijn ten opzichte van andere kinderen van wie de ouders geen extra bijdrage konden doen. Ook toen ik aangaf dat die kinderen ook mee konden profiteren, wilde school er nog steeds niet aan. Het voelde alsof we niet samen met school streden voor het juiste onderwijs, maar alsof we tegen de school vochten. En dat trekt alle energie uit je.” 

Professionele aanpak
Tatiana laat haar zoon na het eerste jaar van school switchen. “We kozen voor een andere reguliere basisschool, die het een stuk professioneler aanpakte. De directie, de leerkracht, de intern begeleider én een hoogbegaafdheidspecialist bogen zich over een gedegen plan.  Als jongste ontpopte hij zich binnen 1,5 maand tot de slimste van de klas. In de groep lag hij goed. Maar de directrice was eerlijk: we houden hem graag hier, maar we kunnen hem op de lange termijn mogelijk niet bieden wat hij nodig heeft.

Niet alleen professors in de dop
Op dat moment startte Linus Driessen. We zijn gaan kijken. We twijfelden nog wel. Ook omdat onze zoon vrienden had op school, daarvoor hoefde hij niet weg. Wat uiteindelijk de doorslag gaf, was toch het onderwijs. Je wilt voorkomen dat ze op het middelbare onderwijs alsnog onderuitgaan. Maar ook zagen we dat de klassen op Linus ‘normale’ klassen zijn. Het zijn niet allemaal professors met een brilletje. Nee, het zijn gewone kinderen van deze tijd, met dezelfde interesses als andere kinderen, die ook weleens gedoe onderling hebben. Net als op een reguliere school. Ook daar waren we alert op. Onze zoon is een communicatief vaardige en sociale jongen, dat willen we zo houden.   

Levenslessen
Haar zoon stapte in in groep 4. Het blijkt een groot succes. Tatiana: “In het begin was hij erg druk. Maar we kregen goede begeleiding van docenten die hem begrijpen. Wat een verademing! In een hele korte tijd zagen ze precies hoe mijn zoon in elkaar steekt. De lessen zijn nooit saai, en het tempo frustreert hem niet langer. Over de leermethode hoor ik hem nooit, en dat is in zijn geval een goed teken: hij heeft amper door dat hij leert. Ik gun elke leerling deze onderwijsvorm. 

Goud
Waar ze bij Linus Driessen veel aandacht aan schenken is naast het leren-leren, het sociaal-emotionele aspect. Hoe ontwikkel je je als mens? Ze leren over hun gevoelens te praten. Wat vind ik leuk, wat irritant? Het gaat over weerbaar zijn, de bal kaatsen en hem terug kunnen verwachten. Dat merken we thuis ook. Wist ik voorheen nooit precies wat er in hem omging, nu praat hij daarover. Pure levenslessen. Dat is toch goud?”